Abstract
Willem Witteveen, a member of the Upper House for the Dutch Labour Party and professor at Tilburg University, was among the passengers on the MH17 aircraft that crashed in eastern Ukraine in July 2014. Prior to this tragic incident, he had submitted the manuscript of “De wet als kunstwerk [The Law as a Work of Art]”. The posthumous edition of the book has been augmented with a foreword by his son, Freek Witteveen, and a series of collages and miniatures. Consequently, it serves as a tribute and memorial to a distinguished jurist and esteemed politician. In his book, Witteveen presents a measured critique of the neoliberal ideology that has predominated in Dutch society for numerous years and has been embraced by both conservative and progressive political factions. He posits that this ideology demonstrates limited regard for the law as an end in itself, instead primarily utilizing the law as a means for addressing social issues: 'As soon as someone discovers the possibility of establishing rules, whether or not enforced with power or carried by authority, the temptation arises to see the rule as a solution to a problem, as the instrument in the hands of the community to make the problem manageable.' (450) Witteveen problematizes this inclination by examining the central metaphor underlying it: the metaphor of the tool. In this context, the laws enacted by the legislature are analogous to the tools employed by a craftsman, such as a mechanic or carpenter.
[in Dutch: Willem Witteveen, Eerste Kamerlid voor de PvdA en hoogleraar in Tilburg, was een van de inzittenden van het passagiersvliegtuig MH17 dat in juli 2014 neerstortte in Oost-Oekraïne. Vlak voor deze tragische vlucht had hij het manuscript van De wet als kunstwerk ingeleverd. De postume uitgave van het boek is uitgebreid met een voorwoord van zoon Freek Witteveen en een serie collages en miniaturen. Het functioneert zodoende als eerbetoon en nagedachtenis aan een begaafd jurist en een bevlogen politicus.
In zijn boek verzet Witteveen zich op ingetogen wijze tegen de neoliberale ideologie die de Nederlandse samenleving al vele jaren domineert en die door zowel de rechter als de linkerflank van de politiek is omhelsd. Volgens hem heeft deze ideologie weinig oog voor de wet als een doel op zichzelf, maar gebruikt ze de wet vooral als middel voor het oplossen van maatschappelijke problemen: ‘Zodra iemand de mogelijkheid ontdekt om regels vast te stellen, al dan niet met macht gehandhaafd of door gezag gedragen, doet zich de verleiding voor om de regel als een oplossing van een probleem te zien, als het instrument dat de gemeenschap in handen heeft om het probleem hanteerbaar te maken.’ (450)
Witteveen problematiseert deze impuls door te kijken naar de centrale metafoor die eraan ten grondslag ligt: de metafoor van het gereedschap. Hierin worden de wetten van de wetgever vergeleken met het gereedschap van een ambachtsman, zoals een monteur of timmerman.]