In wisselende mate van virtuositeit beheersen wij drie talen: de taal van de beelden, de taal van de woorden en de taal van de getallen. In wetenschappelijk onderzoek tekent zich echter een onmiskenbaar verlangen af om beelden door woorden en, uiteindelijk, door getallen te vervangen. Vigerende beeldvorming en gevestigde wereldbeelden moeten plaats maken voor geijkte termen en voor cijfers en symbolen (aanduidingen van getallen), Daarin berust de arbeid die wetenschap verricht. Paradoxalerwijze echter heeft juist ook wetenschap behoefte aan inspirerende en (...) oriënterende beelden. Juist wetenschappers blijken door de eeuwen heen bijzonder creatieve leveranciers van krachtig en invloedrijk beeldmateriaal. Beelden die aanvankelijk uit het wetenschappelijke vertoog worden verdrongen, doen (gerevitaliseerd en gezuiverd) vroeg of laat weer van zich spreken. Deze studie onderzoekt de fundamentele beelden (archetypen) die de wil tot weten (de cupido sciendi) door de eeuwen heen structureerden. Van het antieke beeld van het universum als een serie concentrische sferen (bollen) via de monsterbeelden van de moderne levenswetenschappen (zoals de gigantische gedrochten van het fossielenonderzoek of de minuscule monstertjes van de virologie) tot en met de hardnekkige gedachte dat we aan de vooravond staan van een door onszelf bewerkstelligde catastrofe, een beeld dat zich in de loop van de geschiedenis telkens weer aan nieuwe vormen van collectieve bezorgdheid weet te hechten: van Zondvloed en atoomoorlog via millenniumwisseling tot en met klimaatverandering. Dergelijke beelden moeten kritisch worden benaderd, ze kunnen de werkelijkheid vertekenen en verhullen, maar ons ook op risico’s attenderen. Zo zullen laboratoriumonderzoekers bij tijd en wijle daadwerkelijk monsters in de wereld zetten, die domesticatie en inburgering vergen, terwijl mondiale rampen bij tijd en wijle harde werkelijkheid worden. (shrink)

De moderne filosofie lijdt aan muziekvergetelheid. Opvallend is echter dat filosofen, wanneer ze toch aandacht schenken aan muziek, hun aandacht bij voorkeur op één bepaald genre richten, namelijk de opera. Filosofen zoals Søren Kierkegaard en Friedrich Nietzsche lieten hun gedachten over Don Giovanni, Parsifal en Carmen gaan, terwijl omgekeerd de filosofie van Arthur Schopenhauer de opera heeft beïnvloed via Wagner. Diens werk lijkt zich op het snijpunt van het grensverkeer tussen moderne filosofie en moderne muziek te bevinden. Het was zijn (...) ambitie de menselijke existentie en de menselijke geschiedenis in één panoramisch oeuvre te vatten, vanaf het primordiale begin tot en met de dramatische finale die ophanden leek: een catastrofale apotheose die een geheel nieuwe toekomst mogelijk zou maken. Dat is althans de verhaallijn van zijn meesterwerk Der Ring des Nibelungen. Aan het slot van Götterdämmerung lijkt zich een algehele verwoesting te hebben voltrokken: ‘Everything is destroyed and there is an enigmatic kind of hovering over the scene of destruction’ (Badiou 2010, p. 106), een ambivalente stemming van hoop en destructie zette Wagner op muziek. Voor Wagner is dan ook een hoofdrol in deze studie weggelegd: voor zijn muziektheoretische geschriften (waarin hij over een ‘muziek van de toekomst’ filosofeerde), maar meer nog voor de muzikale totaalkunstwerken die hij daadwerkelijk componeerde. (shrink)

We tend to identify “real” knowledge of nature with science, and for good reasons. The sciences have developed unique ways of disclosing and modifying the intricate workings of nature, building on quantitative, experimental and technologically advanced styles of thinking. Scientific research has produced robust and reliable forms of knowledge, using methodologies that are often remarkably transparent and verifiable. At the same time, laboratories and other research settings are highly artificial environments, constituting drastically modified versions of reality, allowing nature to emerge (...) in a particular way. This book starts from the conviction that there are other ways of knowing about nature besides science. Notably, literary documents (novels, plays, poems) on nature and natural entities (landscapes, animals, plant forms) often convey careful analyses and observations, quite elaborate and true to life. Comparative epistemology is the discipline that tries to assess, in a critical manner, the relative validity and value of various knowledge forms. This volume presents a series of case studies in comparative epistemology, critically comparing the works of prominent representative of the life sciences (such as Aristotle, Darwin, Mendel and many others) with the writings of their literary counterparts (such as Andersen, Melville, Verne, Ibsen, and many others). The book aims to contribute to the expanding field of Science and Literature Studies, allowing basic insights from the sciences and the humanities to mutually challenge and enlighten one another. (shrink)

Vorlesungen zur Einführung in die Psychoanalyse mit drei Teilen: Fehlleistung - Traum - Allgemeine Neurosenlehre, Nachdruck des Originals von 1920.

In this engaging study, the authors put casuistry into its historical context, tracing the origin of moral reasoning in antiquity, its peak during the sixteenth and early seventeenth century, and its subsequent fall into disrepute from the mid-seventeenth century.

Thomas S. Kuhn's classic book is now available with a new index.

A biography and study of the psychoanalyst's career, family, personal life, and professional struggles.

Excerpt from Grundlinien der Philosophie des Rechts, oder Naturrecht und Staatswissenschaft im Grundrisse Unb mit jener eifernen @raft gn (R)tanbe gebraebt toorben bie bor ?i[iem unfern %rennb anbgeicbnete, ibobi aber in ber ?in@fiibrnng, 2[norbnnng nnb in ber gang tonnbérbaren ecbiteftonif, mit ber jebe @eite unb jeber $ranm bebanbeit, in bern %ieif3e, ber jebem qbintet beb (R)ebänbeb angetoanbt ift, in bein einen ebenmiifgigen unb bocb toieber berfcbiebenen (c)tbte, ber bon ber (R)bitg;e bi@ gur (R)rnnbtage ficb bewerten Iäfit, unb ber ba(R) (R)ange (...) jenen sbanten be 9rittetatter@ an bie (R)eite fetgt, bie aneb anf befä;ränften unb engen btätgen erricbtet, trot; bem bnrcb ibre @rbabenbeit bon ber 11rngebnng abgieben, unb naeb ibren (c)bben ben (c)inn 5n ricbten toiffen. I(R)enn toa@ bat ber bentfcbe (R)eift niebt afie@ begriinbet ober 311 begrünben berfncbt? Rnit ber (R)dpanfei unb bein (R)baten ift man bei nné trnnrer bei ber (R)anb, 2riffe 311 Einfügen (R)ebänben werben tbobt aa berfertigt, unb ibre 2in(R)fiibrnng bern C nfet ber niebt mebr baran benit übertaffen, aber fetten finb bie (R)ebanfen, tbeicbe bie 2ibftraftion abfcbtobrenb, aneb (R)eftatten Werben, feitener ber nn; ermnbiicbe (R)eift ber in jebe weitergefcbrittenefläerf bicbtnng feineé (R)tofieö bie %rifcbe be8 qinfangß unb ben bermebrten be6 bnrebianfenen $?reifeß bringt. About the Publisher Forgotten Books publishes hundreds of thousands of rare and classic books. Find more at www.forgottenbooks.com This book is a reproduction of an important historical work. Forgotten Books uses state-of-the-art technology to digitally reconstruct the work, preserving the original format whilst repairing imperfections present in the aged copy. In rare cases, an imperfection in the original, such as a blemish or missing page, may be replicated in our edition. We do, however, repair the vast majority of imperfections successfully; any imperfections that remain are intentionally left to preserve the state of such historical works. (shrink)

This paper indicates how continental philosophy may contribute to a diagnostics of contemporary life sciences research, as part of a “diagnostics of the present”. First, I describe various options for an oblique reading of emerging scientific discourse, bent on uncovering the basic “philosophemes” of science. Subsequently, I outline a number of radical transformations occurring both at the object-pole and at the subject-pole of the current knowledge relationship, namely the technification of the object and the anonymisation or collectivisation of the subject, (...) under the sway of automation, ICT and big machines. Finally, I further elaborate the specificity of the oblique perspective with the help of Lacan’s theorem of the four discourses. Philosophical reflections on contemporary life sciences concur neither with a Master’s discourse, nor with university discourse, nor with what Lacan refers to as hysterical discourse, but rather with the discourse of the analyst, listening with evenly-poised attention to the scientific files in order to bring to the fore the cupido sciendi which both inspires and disrupts contemporary life sciences discourse. (shrink)

This article aims to develop a Lacanian approach to bioethics. Point of departure is the fact that both psychoanalysis and bioethics are practices of language, combining diagnostics with therapy. Subsequently, I will point out how Lacanian linguistics may help us to elucidate the dynamics of both psychoanalytical and bioethical discourse, using the movie One flew over the Cuckoo’s Nest and Sophocles’ tragedy Antigone as key examples. Next, I will explain the ‘topology’ of the bioethical landscape with the help of Lacan’s (...) three dimensions: the imaginary, the symbolical and the real. This will culminate in an assessment of the dynamics of bioethical discourse with the help of Lacan’s theorem of the four discourses. Bioethics, I will argue, is not a homogeneous discourse. Rather, four modalities of bioethical discourse can be distinguished, all of them displaying specific weaknesses and strengths, opportunities and threats. This will be elucidated with the help of two case studies, namely the debates on human reproductive technologies and on the use of animals as biomedical research models. (shrink)

What role does the wild duck play in Ibsen's famous drama? I argue that, besides mirroring the fate of the human cast members, the duck is acting as animal subject in a quasi-experiment, conducted in a private setting. Analysed from this perspective, the play allows us to discern the epistemological and ethical dimensions of the new scientific animal practice (systematic observation of animal behaviour under artificial conditions) emerging precesely at that time. Ibsen's play stages the clash between a scientific and (...) a romantic understanding of animals that still constitutes the backdrop of most contemporary debates over animals in research. Whereas the scientific understanding reduces the animal's behaviour, as well as its environment, to discrete and modifiable elements, the romantic view regards animals as being at one with (or violently disconnected from) their natural surroundings. (shrink)

Bioethical discourse on organ donation covers a wide range of topics, from informed consent procedures and scarcity issues up to ‘transplant tourism’ and ‘organ trade’. This paper presents a ‘depth ethics’ approach, notably focussing on the tensions, conflicts and ambiguities concerning the status of the human body. These will be addressed from a psychoanalytical angle. First, I will outline Lacan’s view on embodiment as such. Subsequently, I will argue that, for organ recipients, the donor organ becomes what Lacan refers to (...) as an object a, the ‘partial object’ of desire, the elusive thing we are deprived of, apparently beyond our grasp. Within the recipient’s body an empty space emerges, a kind of ‘vacuole’, once occupied by a faltering organ. This space can only be filled by a ‘gift’ from the other, by an object a. Once implanted, however, this implant becomes an ‘extimate’ object: something both ‘external’ and ‘intimate’, both ‘embedded’ and ‘foreign’, and which is bound to remain an object of concern for quite some time, if not for life. A Lacanian analysis allows us, first of all, to address the question what organ transplantation has in common with other bodily practices involving bodily parts procured from others, such as cannibalism. But it also reveals the basic difference between the two, as well as the distance between the ‘fragmented body’ of Frankenstein’s ‘monster’—as an aggregate of replaceable parts—and the multiple organ recipients of today. (shrink)

Dr Stockmann, the principal character in Henrik Ibsen's A Public Enemy, is a classic example of a whistle-blower who, upon detecting and disclosing a serious case of environmental pollution, quickly finds himself transformed from a public benefactor into a political outcast by those in power. If we submit the play to a 'second reading', however, it becomes clear that the ethical intricacies of whistle-blowing are interwoven with epistemological issues. Basically, the play is about the complex task of communicating scientific (notably (...) microbiological) data to lay audiences. This becomes even more apparent when we realise that Stockmann was a contemporary of real 'microbe hunters' such as Pasteur and Koch. The play's basic message is that epoch-making scientists (such as Pasteur and Koch) not only produced convincing and reliable data from a scientific point of view, but also acquired the skills and insights needed to enter into a dialogue with their cultural and societal environment. (shrink)

According to a chorus of authors, the human life-world is currently invaded by an avalanche of high-tech devices referred to as “emerging,” ”intimate,” or ”NBIC” technologies: a new type of contrivances or gadgets designed to optimize cognitive or sensory performance and / or to enable mood management. Rather than manipulating objects in the outside world, they are designed to influence human bodies and brains more directly, and on a molecular scale. In this paper, these devices will be framed as ‘extimate’ (...) technologies (both intimate and external; both embedded and foreign; both life-enhancing and intrusive), a concept borrowed from Jacques Lacan. Although Lacan is not commonly regarded as a philosopher of technology, the dialectical relationship between human desire and technological artefacts runs as an important thread through his work. Moreover, he was remarkably prescient concerning the blending of life science and computer science, which is such a distinctive feature of the current techno-scientific turn. Building on a series of Lacanian concepts, my aim is to develop a psychoanalytical diagnostic of the technological present. Finally, I will indicate how such an analysis may inform our understanding of human life and embodiment as such. (shrink)

In this paper, I will reread the history of molecular genetics from a psychoanalytical angle, analysing it as a case history. Building on the developmental theories of Freud and his followers, I will distinguish four stages, namely: (1) oedipal childhood, notably the epoch of model building (1943–1953); (2) the latency period, with a focus on the development of basic skills (1953–1989); (3) adolescence, exemplified by the Human Genome Project, with its fierce conflicts, great expectations and grandiose claims (1989–2003) and (4) (...) adulthood (2003–present) during which revolutionary research areas such as molecular biology and genomics have achieved a certain level of normalcy—have evolved into a normal science. I will indicate how a psychoanalytical assessment conducted in this manner may help us to interpret and address some of the key normative issues that have been raised with regard to molecular genetics over the years, such as ‘relevance’, ‘responsible innovation’ and ‘promise management’. (shrink)

This contribution addresses the anthropocenic challenge from a dialectical perspective, combining a diagnostics of the present with a prognostic of the emerging future. It builds on the oeuvres of two prominent dialectical thinkers, namely Georg Wilhelm Friedrich Hegel and Pierre Teilhard de Chardin. Hegel himself was a pre-anthropocenic thinker who did not yet thematise the anthropocenic challenge as such, but whose work allows us to emphasise the unprecedented newness of the current crisis. I will especially focus on his views on (...) Earth as a planetary process, emphasising that the “spirit” of technoscience is basically monitoring the impacts of its own activities on geochemistry and evolution. Subsequently, I will turn attention to Teilhard de Chardin, a palaeontologist and philosopher rightfully acknowledged as one of the first thinkers of the Anthropocene whose oeuvre provides a mediating middle term between Hegel’s conceptual groundwork and the anthropocenic present. Notably, I will discuss his views on self-directed evolution, on the on-going absorption of the biosphere by the noosphere, and on emerging options for “sublating” the current crisis into a synthetic convergence towards the Omega point. I will conclude that, after disclosing the biomolecular essence of life, biotechnology must now take a radical biomimetic turn ; that reflection itself must become distributed and collective; and, that the anthropocenic crisis must be sublated into the noocene. (shrink)

In the unfolding debate on the prospects, challenges and viability of the imminent transition towards a ‘Bio-Based Society’ or ‘Bio-based Economy’—i.e. the replacement of fossil fuels by biomass as a basic resource for the production of energy, materials and food, ‘big’ concepts tend to play an important role, such as, for instance, ‘sustainability’, ‘global justice’ and ‘naturalness’. The latter concept is, perhaps, the most challenging and intriguing one. In public debates concerning biotechnological interactions with the natural environment, the use of (...) terms such as ‘nature’ and ‘naturalness’ is both inevitable and hazardous . Indeed, various conflicting interpretations of naturalness play a role on both sides of the current debate. This paper aims to analyse and critically assess the role of ‘nature-speak’ in the BBS transition. We will begin with a concise overview of the vicissitudes of the nature-concept so far, focussing on how modern science and technology have challenged and affected our understanding of what nature is. Subsequently, we describe how ‘naturalness’ functions in the unfolding BBS debate. Finally, we will focus on a particular case study, namely the production of rubber with the help of natural latex coming from dandelion plants rather than from rubber trees. On the one hand, this is presented as a more natural and nature-friendly way of producing rubber. On the other hand, it is a sophisticated process, involving high technology and primarily focussed on competitiveness on the global market. To what extent or in what sense can dandelion latex be regarded as more natural? And what can we learn from this case study when it comes to addressing naturalness in the broader conceptual and bio-political arena? (shrink)

Limitless is a movie (released in 2011) as well as a novel (published in 2001) about a tormented author who (plagued by a writer’s block) becomes an early user of an experimental designer drug. The wonder drug makes him highly productive overnight and even allows him to make a fortune on the stock market. At the height of his career, however, the detrimental side-effects become increasingly noticeable. In this article, Limitless is analysed from two perspectives. First of all, building on (...) the views of the French novelist Emile Zola, the novel is seen as the report of a closely monitored experiment. Subsequently, building on the phenomenology of Ludwig Binswanger, I will show how the cognitive enhancement drug not only boosts the protagonist’s information processing capacities, but also modifies his experience of space and time, his sense of spatiality, his way of being-in-the-world. On the basis of these (complementary) analyses I will indicate how genres of the imagination (such as movies and novels) may play a significant role in assessing the societal implications of emerging technological developments such as neuro-enhancement, especially during the preparatory or anticipatory stage. (shrink)

One interesting aspect of the Hwang-case has been the way in which this affair was assessed by academic journals such as Nature. Initially, Hwang’s success was regarded as evidence for the detrimental effects of research ethics, slowing down the pace of research in Western countries. Eventually, however, Hwang’s debacle was seen as evidence for the importance of ethics in the life sciences. Ironically, it was concluded that the West maintains its prominence in science (as a global endeavour) precisely because it (...) has its ethics in place. Bioethics was now seen as an indispensable part of quality control. In this article, I will claim that the Hwang case rather reveals that there is no reason for complacency and that there are substantial challenges awaiting us. They have to do with major transformations in the way knowledge is produced and research in the life sciences is conducted (such as the increase in pace and scale, globalisation and the growing importance of ICT and bioinformation). These transformations call for a different kind of bioethics. The focus must shift from duties of autonomous researchers concerning visible research subjects (“micro-ethics”) to responsibilities of institutionalised research networks in managing and processing large amounts of bioinformation (“macro-ethics”). Concepts such as transparency, reliability and benefit-sharing will become more important than concepts such as informed consent. Basically, it is a resurgence of the tension between the Kantian and the Hegelian view of ethics. The contours of macro-ethics will be elaborated notably as it is emerging in bioethical debates over biobanking and genetic databanks. (shrink)

Life sciences and emerging technologies raise a plethora of issues. Besides practical, bioethical and policy issues, they have broader, cultural implications as well, affecting and reflecting our zeitgeist and world-view, challenging our understanding of life, nature and ourselves as human beings, and reframing the human condition on a planetary scale. In accordance with the aims and scope of the journal, LSSP aims to foster engaged scholarship into the societal dimensions of emerging life sciences (Chadwick and Zwart 2013) and via this (...) thematic series, the journal provides a podium for authors who intend to address concrete issues from a ‘continental philosophical’ perspective, which may in- clude (post)phenomenology, hermeneutics, dialectics, (post)structuralism, psychoanalysis, critical theory and similar approaches. The series aims to contribute to a diagnostics of the present and a prognostics of the future, focusing on critical normative challenges (such as embodiment, intimate technologies, social justice, biopower, nanomedicine, human enhancement and the anthropocene) and building on the work of key authors such as Hegel (1830), Heidegger (1953, 1953/1954), Bachelard (1938), Canguilhem (1975), Lacan (1966, 1969-1970/1991), Habermas (1968), Serres (1972), Foucault (1969), Žižek (2006/2009), Stiegler (2010), Sloterdijk (2001, 2009) and others, but targeting con- crete up-to-date events and case studies against the backdrop of broader developments within the techno-scientific culture. (shrink)

Examination of a limited number of publisher’s Instructions for Authors, guidelines from two scientific societies, and the widely accepted policy document of the International Committee of Medical Journal Editors (ICMJE) provided useful information on authorship practices. Three of five journals examined (Nature, Science, and the Proceedings of the National Academy of Sciences) publish papers across a variety of disciplines. One is broadly focused on topics in medical research (New England Journal of Medicine) and one publishes research reports in a single (...) discipline (Journal of Bacteriology). Similar elements of publication policy and accepted practices were found across the policies of these journals articulated in their Instructions for Authors. A number of these same elements were found in the professional society guidelines of the Society for Neuroscience and the American Chemical Society, as well as the ICMJE Uniform Requirements for Manuscripts Submitted to Biomedical Journals. Taken together, these sources provide the basis for articulating best practices in authorship in scientific research. Emerging from this material is a definition of authorship, as well as policy statements on duplicative publication, conflict of interest disclosure, electronic access, data sharing, digital image integrity, and research requiring subjects’ protection, including prior registration of clinical trials. These common elements provide a foundation for teaching about scientific authorship and publication practices across biomedical and life sciences disciplines. (shrink)

Is it ever permissible to publish a patient’s confidences without permission? I investigate this question for the field of psychoanalysis. Whereas most medical fields adopted a 1995 recommendation for consent requirements, psychoanalysis continues to defend the traditional practice of nonconsensual publication. Both the hermeneutic and the scientific branches of the field justify the practice, arguing that it provides data needed to help future patients, and both branches advance generalizations and causal claims. However the hermeneutic branch embraces methods tending to undermine (...) the reliability of such claims, while the scientific branch aims to improve the field’s empirical base – in their words, to advance psychoanalysis as a science. The scientific branch therefore has the stronger claim to the traditional practice, and it their claim that I consider. An immediate concern arises. We seem unable to answer the applied ethical question without first determining which ethical theory is correct; for defenders of the practice appeal variously to therapeutic privilege, principlism, and utilitarianism, while opponents wage autonomy-based arguments. The concern turns out to be unfounded, however, because all of these ethical approaches fail to justify the traditional practice. The more promising defenses fail partly because even the scientific branch of the field lacks empirically sound methods for establishing its causal claims and generalizations, often appealing to authority instead. I conclude that it is currently unethical for analysts to continue publishing their patients’ confidences without permission, and I suggest that the field help future patients by attending to its methodological problems. (shrink)

Is it ever permissible to publish a patient’s confidences without permission? I investigate this question for the field of psychoanalysis. Whereas most medical fields adopted a 1995 recommendation for consent requirements, psychoanalysis continues to defend the traditional practice of nonconsensual publication. Both the hermeneutic and the scientific branches of the field justify the practice, arguing that it provides data needed to help future patients, and both branches advance generalizations and causal claims. However the hermeneutic branch embraces methods tending to undermine (...) the reliability of such claims, while the scientific branch aims to improve the field’s empirical base – in their words, to advance psychoanalysis as a science. The scientific branch therefore has the stronger claim to the traditional practice, and it their claim that I consider. An immediate concern arises. We seem unable to answer the applied ethical question without first determining which ethical theory is correct; for defenders of the practice appeal variously to therapeutic privilege, principlism, and utilitarianism, while opponents wage autonomy-based arguments. The concern turns out to be unfounded, however, because all of these ethical approaches fail to justify the traditional practice. The more promising defenses fail partly because even the scientific branch of the field lacks empirically sound methods for establishing its causal claims and generalizations, often appealing to authority instead. I conclude that it is currently unethical for analysts to continue publishing their patients’ confidences without permission, and I suggest that the field help future patients by attending to its methodological problems. (shrink)

In this engaging study, the authors put casuistry into its historical context, tracing the origin of moral reasoning in antiquity, its peak during the sixteenth and early seventeenth century, and its subsequent fall into disrepute from the mid-seventeenth century.

In his formidable Transcritique: On Kant and Marx, Kojin Karatani endeavors to assert the critical potential of an in-between stance which he calls the “parallaxview”: when confronted with an antinomic stance, in the precise Kantian sense of the term, one should renounce all attempts to reduce one aspect to the other. One should, on the contrary, assert antinomy as irreducible, and conceive the point of radical critique not as a certain determinate position as opposed to another position, but as the (...) irreducible gap between the positions themselves, the purely structural interstice between them. Kant’s stance is thus “to see things neither from his own viewpoint, nor from the viewpoint of others, but to face the reality that is exposed through difference .” What Kant does is to change the very terms of the debate; his solution—the transcendental turn—is unique in that it first rejects any ontological closure: it recognizes a certain fundamental and irreducible limitation of the human condition, which is why the two poles, rational and sensual, active and passive, cannot ever be fully mediated—reconciled. And, according to Karatani, Marx, in his “critique of political economy,” when faced with the opposition of the “classical” political economy and the neo-classic reduction of value to a purely relational entity without substance, accomplished exactly the same breakthrough toward the “parallax” view: he treatedthis opposition as a Kantian antinomy, i.e., value has to originate outside circulation, in production, and in circulation. (shrink)

Even though integrity is widely considered to be an essential aspect of research, there is an ongoing debate on what actually constitutes research integrity. The understanding of integrity ranges from the minimal, only considering falsification, fabrication and plagiarism, to the maximum, blending into science ethics. Underneath these obvious contrasts, there are more subtle differences that are not as immediately evident. The debate about integrity is usually presented as a single, universal discussion, with shared concerns for researchers, policymakers and ‘the public’. (...) In this article, we show that it is not. There are substantial differences between the language of research integrity in the scientific arena and in the public domain. Notably, scientists and policymakers adopt different approaches to research integrity. Scientists tend to present integrity as a virtue that must be kindled, while policy documents and newspapers stress norm enforcement. Rather than performing a conceptual analysis through philosophical reasoning and discussion, we aimed to clarify the discourse of ‘scientific integrity’ by studying its usage in written documents. To this end, large numbers of scientific publications, policy documents and newspaper articles were analysed by means of scientometric and content analysis techniques. The texts were analysed on their usage of the term ‘integrity’ and of frequently co-occurring terms and concepts. A comparison was made between the usage in the various media, as well as between different periods in which they were published through co-word analysis, mapping co-occurrence networks of significant terms and themes. (shrink)

The primary aim of this article is to identify ethical challenges relating to authorship in engineering fields. Professional organizations and journals do provide crucial guidance in this realm, but this cannot replace the need for frequent and diligent discussions in engineering research communities about what constitutes appropriate authorship practice. Engineering researchers should seek to identify and address issues such as who is entitled to be an author and whether publishing their research could potentially harm the public.

In this article, we critically reflect on the concept of biomimicry. On the basis of an analysis of the concept of biomimicry in the literature and its philosophical origin, we distinguish between a strong and a weaker concept of biomimicry. The strength of the strong concept of biomimicry is that nature is seen as a measure by which to judge the ethical rightness of our technological innovations, but its weakness is found in questionable presuppositions. These presuppositions are addressed by the (...) weaker concept of biomimicry, but at the price that it is no longer possible to distinguish between exploitative and ecological types of technological innovations. We compare both concepts of biomimicry by critically reflecting on four dimensions of the concept of biomimicry: mimesis, technology, nature, and ethics. (shrink)

In this article, we critically reflect on the concept of biomimicry. On the basis of an analysis of the concept of biomimicry in the literature and its philosophical origin, we distinguish between a strong and a weaker concept of biomimicry. The strength of the strong concept of biomimicry is that nature is seen as a measure by which to judge the ethical rightness of our technological innovations, but its weakness is found in questionable presuppositions. These presuppositions are addressed by the (...) weaker concept of biomimicry, but at the price that it is no longer possible to distinguish between exploitative and ecological types of technological innovations. We compare both concepts of biomimicry by critically reflecting on four dimensions of the concept of biomimicry: mimesis, technology, nature, and ethics. (shrink)

Western philosophers have traditionally concentrated on theory as the means for expressing knowledge about a variety of phenomena. This absorbing book challenges this fundamental notion by showing how objects themselves, specifically scientific instruments, can express knowledge. As he considers numerous intriguing examples, Davis Baird gives us the tools to "read" the material products of science and technology and to understand their place in culture. Making a provocative and original challenge to our conception of knowledge itself, _Thing Knowledge _demands that we (...) take a new look at theories of science and technology, knowledge, progress, and change. Baird considers a wide range of instruments, including Faraday's first electric motor, eighteenth-century mechanical models of the solar system, the cyclotron, various instruments developed by analytical chemists between 1930 and 1960, spectrometers, and more. (shrink)

Sigmund Freud – ein bekannter osterreichischer Psychiater, Psychoanalytiker und Neurologe. Er ist der Begrunder der Psychoanalyse, die einen wesentlichen Einfluss auf die Psychologie, Medizin, Soziologie, Anthropologie, Literatur und Kunst des 20. Jahrhunderts ausubte. „Die Traumdeutung“ ist die erste bedeutende Monographie des Psychoanalytikers. In diesem Traktat erlautert Freud erstmals einen solchen Schlusselbegriff der Psychoanalyse, wie es das Unbewusste ist.

The Parallax View is Slavoj Zizek's most substantial theoretical work to appear in many years; Zizek himself describes it as his magnum opus. Parallax can be defined as the apparent displacement of an object, caused by a change in observational position. Zizek is interested in the "parallax gap" separating two points between which no synthesis or mediation is possible, linked by an "impossible short circuit" of levels that can never meet. From this consideration of parallax, Zizek begins a rehabilitation of (...) dialectical materialism.Modes of parallax can be seen in different domains of today's theory, from the wave-particle duality in quantum physics to the parallax of the unconscious in Freudian psychoanalysis between interpretations of the formation of the unconscious and theories of drives. In The Parallax View, Zizek, with his usual astonishing erudition, focuses on three main modes of parallax: the ontological difference, the ultimate parallax that conditions our very access to reality; the scientific parallax, the irreducible gap between the phenomenal experience of reality and its scientific explanation, which reaches its apogee in today's brain sciences ; and the political parallax, the social antagonism that allows for no common ground. Between his discussions of these three modes, Zizek offers interludes that deal with more specific topics--including an ethical act in a novel by Henry James and anti-anti-Semitism.The Parallax View not only expands Zizek's Lacanian-Hegelian approach to new domains but also provides the systematic exposition of the conceptual framework that underlies his entire work. Philosophical and theological analysis, detailed readings of literature, cinema, and music coexist with lively anecdotes and obscene jokes. (shrink)

The concept of 'Archteypes' and the hypothesis of 'A Collective Unconscious' are two of Jung's better known and most exciting ideas. In this volume - taken from the Collected Works and appearing in paperback for the first time - Jung describes and elaborates the two concepts. Three essays establish the theoretical basis which are then followed by essays on specific archetypes. The relation of these to the process of individuation is examined in the last section. _The Archetypes and the Collective (...) Unconscious_ is one of Jung's central works. There are many illustrations in full colour. (shrink)

This volume from the _Collected Works of C.G. Jung_ has become known as perhaps the best introduction to Jung's work. In these famous essays he presented the essential core of his system. This is the first paperback publication of this key work in its revised and augmented second edition. The earliest versions of the essays are included in an Appendices, containing as they do the first tentative formulations of Jung's concept of archetypes and the collective unconscious, as well as his (...) germinating theory of types. (shrink)

Von Peter Sloterdijk kann man zu Recht sagen, daß jeder seiner Aufsätze, jeder seiner Vorträge auch ein ungeschriebenes Buch ist.

"Logiques des mondes, auquel Alain Badiou travaille depuis une quinzaine d'années, est conçu comme une suite de son précédent "grand" livre de philosophie, L'être et l'évènement, paru aux Editions du Seuil en 1988".