Een vrije en veerkrachtige samenleving ontstaat niet vanzelf en blijft niet vanzelf bestaan. In dit themanummer verkennen we de publieke onderwijstaak van het hoger beroepsonderwijs om studenten te onderwijzen de gemeenschappelijke wereld én het publieke gesprek over die wereld centraal te stellen. Met dit themanummer willen wij iets tegenover het vigerende marktdenken zetten. We laten ons hierbij inspireren door het gedachtegoed van Hannah Arendt (1906–1975). Ze heeft uitgebreid geschreven over ‘het publieke’. Ze verbindt de inzet van wetenschappelijke kennis en technologie (...) met het politieke vraagstuk: willen we daadwerkelijk leven in de wereld die we aan het scheppen zijn? Arendts gedachtegoed biedt volop handvatten om op verschillende niveaus van het hoger beroepsonderwijs deze taak te doordenken en invulling te geven. (shrink)

In dit artikel delen wij onze ervaringen met het ontwikkelen van de onderwijsmodule: we_mind. Binnen deze module gaan minor- en masterstudenten aan de slag met een innovatievraagstuk uit de eigen beroepspraktijk. Hierbij gaan studenten met medeburgers een publieke dialoog aan over de gevolgen van deze innovatie voor de samenleving. De beschreven ervaringen in dit artikel zijn gebaseerd op een pilot met masterstudenten, een zelfevaluatie en de doorontwikkeling van het moduleontwerp. Met dit artikel nodigen we docenten, onderwijsontwikkelaars, bestuurders, opleidingsverantwoordelijken en beleidsmedewerkers (...) uit om niet alleen maar te ‘werken, werken, werken’. Door onze ervaringen te delen en de lezer mee te nemen in het gedachtegoed van Hannah Arendt hopen we hen te inspireren om met elkaar het gesprek aan te gaan over de volgende vragen: Wat maakt een goede publieke professional? Wat is er nodig om deze op te leiden en hoe uit zich dat in onze opleidingen? (shrink)

Financiële technologische ontwikkeling, de zogeheten fintech, is hot en happening. De ontwikkelingen gaan snel maar leiden geregeld tot moreel kwetsbare praktijken. Een geautomatiseerd systeem de schuld geven van economische uitbuiting, uitsluiting en privacyschending is onzinnig. De auteurs gaan in op de vraag wat de rol van financiële ethiek (nog) is als de besluitvorming en gedragssturing bij en in het ontwerp van allerlei systemen (grotendeels) vooraf bepaald wordt. -/- Dit artikel is relevant voor financieel professionals die fintech vormgeven en/of gebruiken. Helaas (...) zijn er geen kant-en-klare oplossingen om moraliteit te programmeren. De auteurs roepen lezers daarom op om bij het managen van de nieuwe innovatiegolf te blijven streven naar vormen van goed bestuur en best practices. (shrink)

Today professionals have to deal with more uncertainties in their field than before. We live in complex and rapidly changing environments. The British philosopher Ronald Barnett adds the term ‘supercomplexity’ to highlight the fact that ‘we can no longer be sure how even to describe the world that faces us’ (Barnett, 2004). Uncertainty is, nevertheless, not a highly appreciated notion. An obvious response to uncertainty is to reduce it—or even better, to wipe it away. The assumption of this approach is (...) that uncertainty has no advantages. This assumption is, however, not correct as several contemporary authors have argued. Rather than problematising uncertainty, I will investigate the pros and cons of embedding uncertainty in educational practice of professional higher education. In order to thoroughly explore the probabilities and challenges that uncertainty poses in education, I will dwell on the radical ideas on uncertainty of the German philosopher Friedrich Nietzsche. In The Birth of Tragedy (1872) he recognises two forces: the Apollinian, that is the pursuit of order and coherence, and the Dionysian, that is the human tendency to nullify all systematisation and idealisation. Uncertainty is part of the Dionysian. I will argue that when educators take Nietzsche's plea to make room for the Dionysian to heart, they can better prepare students for an uncertain world. If, and only if, students are encouraged to deploy both tendencies—the Apollinian and the Dionysian—they can become professionals who are able to stand their ground in an uncertain and changing (professional) world. (shrink)

-- Met voorwoord van Peter-Paul Verbeek -- Onze wereld wordt alsmaar digitaler. Informatie- en communicatietechnologie (ICT) heeft een ongekende invloed op ons dagelijks leven. We raken gewend aan omgevingen die op onze voorkeuren en zoekgeschiedenis zijn afgestemd, en verliezen daardoor de gemeenschappelijke wereld langzaam maar zeker uit het oog. De toename van ICT maakt het publieke gesprek steeds lastiger. De smartphone slokt de samenleving op. De publieke sfeer, van oudsher de vrijhaven voor democratisch overleg, staat onder druk. Filosoof Henriëtta (...) class='Hi'>Joosten zwengelt met dit boek het publieke gesprek aan over de wereld die we met de inzet van technologie aan het creëren zijn. Dit leidt tot een prikkelende visie vol handreikingen aan professionals, geïnspireerd door het gedachtegoed van de politieke denker Hannah Arendt. (shrink)

Hogescholen zijn dienstbaar aan de samenleving, zo valt te lezen in de strategische onderwijsagenda van het hoger beroepsonderwijs. Maar wat houdt deze publieke functie precies in? Het gedachtegoed van politiek denker Hannah Arendt biedt docenten en beleidsmakers ten minste drie handelingsperspectieven. De auteur illustreert deze drie perspectieven met voorbeelden uit de onderwijspraktijk.

Wat zou er veranderen in de wijze waarop het onderwijs gewend is professionals op te leiden als docenten erkennen dat de toekomst onkenbaar en onzeker is? In plaats van de onzekerheid te problematiseren – onzekerheid is een probleem waarmee de professional heeft te dealen – vraag ik mij af of het ook mogelijk is om onzekerheid als een rijke bron van mogelijkheden te zien. Ik maak hierbij gebruik van het onderscheid dat de Duitse filosoof Friedrich Nietzsche maakt tussen het streven (...) naar orde en harmonie – het apollinische – en de kracht die de orde en harmonie juist teniet probeert te doen – het dionysische. Wanneer docenten in het beroepsonderwijs Nietzsches pleidooi om meer ruimte aan het dionysische te geven ter harte nemen en zelf bereid zijn om hun zekerheden op het spel te zetten, kunnen zij de professionals-in-wording beter voorbereiden op een onzekere (beroeps)wereld. Ze kunnen hen leren dat onzekerheid juist mogelijkheden biedt om tot nieuwe vormen van handelen en denken te komen. (shrink)

What comes after postmodernism and how will this affect educational theory and, I would add, educational practices? I will take up these challenging questions by interpreting present times as a period of transformation towards a new kind of awareness. Nietzsche—for some the father of postmodernity, for me a visionary thinker who ‘presenced’ what was coming—has already explored this transformation.

This paper articulates and responds to a challenge to contemporary compatibilist views of free will. Despite the popularity and appeal of compatibilist theories, many are left with lingering doubts about compatibilism. This paper explains this doubt in terms of the absurdity challenge: because a compatibilist accepts that they do not have causal access to all the actual sufficient causal sources of their own agency, the compatibilist can find their own agency absurd. By taking a cue from political philosophy, this paper (...) argues that a non-ideal construction of the problem of free will allows compatibilists to overcome this existential-metaphysical challenge, and by doing so, perhaps adopt a metaphysically progressive picture of human agency. (shrink)

What role does the wild duck play in Ibsen's famous drama? I argue that, besides mirroring the fate of the human cast members, the duck is acting as animal subject in a quasi-experiment, conducted in a private setting. Analysed from this perspective, the play allows us to discern the epistemological and ethical dimensions of the new scientific animal practice (systematic observation of animal behaviour under artificial conditions) emerging precesely at that time. Ibsen's play stages the clash between a scientific and (...) a romantic understanding of animals that still constitutes the backdrop of most contemporary debates over animals in research. Whereas the scientific understanding reduces the animal's behaviour, as well as its environment, to discrete and modifiable elements, the romantic view regards animals as being at one with (or violently disconnected from) their natural surroundings. (shrink)

This paper analyses the technoscientific objective of building a synthetic cell from a Jungian perspective. After decades of fragmentation and specialisation, the synthetic cell symbolises a turn towards restored wholeness, both at the object pole and at the subject pole. From a Jungian perspective, it is no coincidence that visual representations of synthetic cells often reflect an archetypal, mandala-like structure. As a symbol of restored unity, the synthetic cell mandala compensates for technoscientific fragmentation via active imagination, providing a visual aid (...) for the technoscientific turn towards reintegration. Although the biotechnological desire to reconstruct life in vitro has been compared to alchemy before, a Jungian analysis allows us to make this comparison more specific and precise. The problem of archetypal images, however, is that alluring prospects of reintegration may underestimate and obfuscate the deficiencies and tensions at work in the current situation. As a projection of a future wholeness, it fosters optimism, but may also function as a misleading façade, covering up collisions and complexities. This can be averted by the conscious employment of the mandala as a symbolic scaffold fostering processes of individuation and working through. (shrink)

Friedrich Engels’ dialectical assessment of modern science resulted from his fascination with the natural sciences in combination with his resurging interest in the work of “old Hegel.” Engels became especially interested in what he saw as the molecular essence of life, namely proteins or, more specifically, albumin, seeing life as the mode of existence of these enigmatic substances. Hegelian dialectics is crucial for a dialectical materialist understanding of contemporary technoscience. The dialectical materialist understanding of technoscience as a research practice builds (...) on Engels, but also on later authors who were inspired by his writings, e.g., life scientists such as Haldane and Bernal. Considering the criticism raised against Engels’ dialectics by 20th-century Marxists, a dialectical diagnostic of contemporary technoscience can be achieved, which shifts the focus from artificial albumin as “living matter” to contemporary research on synthetic cells. (shrink)

According to the orthodox treatment of risk preferences in decision theory, they are to be explained in terms of the agent's desires about concrete outcomes. The orthodoxy has been criticised both for conflating two types of attitudes and for committing agents to attitudes that do not seem rationally required. To avoid these problems, it has been suggested that an agent's attitudes to risk should be captured by a risk function that is independent of her utility and probability functions. The main (...) problem with that approach is that it suggests that attitudes to risk are wholly distinct from people's (non-instrumental) desires. To overcome this problem, we develop a framework where an agent's utility function is defined over chance propositions (i.e., propositions describing objective probability distributions) as well as ordinary (non-chance) ones, and argue that one should explain different risk attitudes in terms of different forms of the utility function over such propositions. (shrink)

ABSTRACT Offsetting is a very ineffective way to do good. Offsetting your lifetime emissions may increase aggregated life expectancy by at most seven years, while giving the amount it costs to offset your lifetime emissions to a malaria charity saves in expectation the life of at least one child. Is there any moral reason to offset rather than giving to some charity that does good so much more effectively? There might be such a reason if your offsetting compensated or somehow (...) benefitted the victims of your emission, since that could mean that you would satisfy the duty not to harm others by emitting and offsetting. But that is typically not true. If your emission harms some person and your offsetting benefits some person, then these are most likely different people. Hence, I conclude, we have a stronger reason to give to effective charities than we have to offset our emissions. (shrink)

The words we wield possess the power to sculpt our realities and selves. This paper introduces a dichotomy of Kalimaat-e-Safa (کلمات صفا) i.e., Puritative Words and Kalimaat-e-Ghubar (کلمات غبار) i.e., Dustitative Words, exploring their impact on the Self's integration and disintegration. Through a lens that connects existential philosophy, cognitive psychology, and linguistic analysis, we define the transformative potential of Puritative Words to foster resilience, clarity, and growth amidst life's adversities. Conversely, Dustitative Words are examined for their capacity to cloud perception (...) and fragment the Self. Beyond theoretical exploration, this paper offers pragmatic strategies for cultivating linguistic mindfulness, advocating for a deliberate choice of words as a pathway to personal and collective well-being. By redefining our linguistic choices, we not only ease the complexities of existence with greater agency but also contribute to a more integrative and coherent narrative of the Self. (shrink)

In this paper, I will reread the history of molecular genetics from a psychoanalytical angle, analysing it as a case history. Building on the developmental theories of Freud and his followers, I will distinguish four stages, namely: (1) oedipal childhood, notably the epoch of model building (1943–1953); (2) the latency period, with a focus on the development of basic skills (1953–1989); (3) adolescence, exemplified by the Human Genome Project, with its fierce conflicts, great expectations and grandiose claims (1989–2003) and (4) (...) adulthood (2003–present) during which revolutionary research areas such as molecular biology and genomics have achieved a certain level of normalcy—have evolved into a normal science. I will indicate how a psychoanalytical assessment conducted in this manner may help us to interpret and address some of the key normative issues that have been raised with regard to molecular genetics over the years, such as ‘relevance’, ‘responsible innovation’ and ‘promise management’. (shrink)

Many philosophers think that we should use a lottery to decide who gets a good to which two persons have an equal claim but which only one person can get. Some philosophers think that we should save identified persons from harm even at the expense of saving a somewhat greater number of statistical persons from the same harm. I defend a principled way of justifying both judgements, namely, by appealing to the decreasing marginal moral value of survival chances. I identify (...) four desiderata that, I contend, any such justification should satisfy, and explain how my account meets these desiderata, unlike some previous accounts. (shrink)

In de jaren tachtig ondergaat het denken van de Franse filosoof Michel Foucault een koerswijziging. in navolging van Nietzsche ervaart Foucault de actuele situatie als een moreel interregnum, waarin 'andere mogelijkheden' zich aandienen. Voorwaarde is dat men de geschiedenis benut om toegang te krijgen tot het heden. Alleen door de gewelddadigheid van haar geschiedenis op het spoor te komen, kan men de verborgen gewelddadigheid van het technocratische bestuursregime ontmaskeren. Wat Foucault in deze jaren ontsluit is de ethische dimensie van zijn (...) politiek-filosofische gedachtegang. Door, zoals hij het noemt, 'zichzelf tot moreel subject te constitueren' ontstaat er ruimte, niet alleen voor actualiteitskritiek, maar ook voor de ontwikkeling van een andere levenswijze. (shrink)

This paper examines the metaphysically modest view that attributionsof normative reasons can be made true in the absence of a responseindependent normative reality. The paper despairs in finding asatisfactory account of normative reasons in metaphysically modestterms.

It has recently been argued that indeterminacy and indeterminism make most ordinary counterfactuals false. I argue that a plausible way to avoid such counterfactual skepticism is to postulate the existence of primitive modal facts that serve as truth-makers for counterfactual claims. Moreover, I defend a new theory of ‘might’ counterfactuals, and develop assertability and knowledge criteria to suit such unobservable ‘counterfacts’.

In various writings Michel Foucault has shown how, in the beginning of the 19th century, in settings such as army barracks, psychiatric hospitals and penitentiary institutions, the modern human sciences were ‹born› as an ensemble of disciplines (medical biology, psychiatry, psychology, criminology, and the like) From the beginning, the nature-nurture de- bate has been one of its key disputes. Are human individuals malleable by environmental factors (such as psychiatric treatments or disciplinary regimes), or do they rather display inborn predispositions for (...) delin- quency and other forms of antisocial behaviour? In the current era of genetic testing, in behavioural genomics and neuroscience, this issue is as controversial and topical as ever. Büchner’s unfinished drama Woyzeck (written in 1836) is a remarkable anticipation of this debate, staging the birth of the human individual as a research subject. It is the story of a destitute soldier who, according to his superiors, displays er- rant behaviour and is therefore recruited to serve as a research subject in an experiment. His army physician turns him into a ‹case›, which can be meticulously monitored and studied so as to record the genesis of a crime. In this paper, Büchner’s unsettling play is analysed in detail as one of the great anticipatory literary documents of the 19th century, ex- ploring the idea of predictive psychiatry and the quest for genetic pre- dispositions: a primal scene as it were of the nature-nurture debate as it unfolds from predictive criminology up to behavioural genomics. (shrink)

The veil of ignorance argument was used by John C. Harsanyi to defend Utilitarianism and by John Rawls to defend the absolute priority of the worst off. In a recent paper, Lara Buchak revives the veil of ignorance argument, and uses it to defend an intermediate position between Harsanyi's and Rawls' that she calls Relative Prioritarianism. None of these authors explore the implications of allowing that agent's behind the veil are averse to ambiguity. Allowing for aversion to ambiguity---which is both (...) the most commonly observed and a seemingly reasonable attitude to ambiguity---however supports a version of Egalitarianism, whose logical form is quite different from the theories defended by the aforementioned authors. Moreover, it turns out that the veil of ignorance argument neither supports standard Utilitarianism nor Prioritarianism unless we assume that rational people are insensitive to ambiguity. (shrink)

I argue, first, that the deprived individuals whose predicaments Nussbaum cites as examples of "adaptive preference" do not in fact prefer the conditions of their lives to what we should regard as more desirable alternatives, indeed that we believe they are badly off precisely because they are not living the lives they would prefer to live if they had other options and were aware of them. Secondly, I argue that even where individuals in deprived circumstances acquire tastes for conditions that (...) we regard as bad, they are typically better off having their acquired preferences satisfied. If they are badly off it is because they cannot get what we and they, would regard as more desirable alternatives. Preference utilitarianism explains why individuals in such circumstances are badly off whether they have adapted to their deprived circumstances or not. Even if they prefer the conditions of their lives to all other available alternatives, most would prefer alternatives that are not available to them which would, on the preferentist account, make them better off. And that, on the preferentist account, is the basis for a radical critique of unjust institutions that limit people's options and prevent them from getting what they want. (shrink)

Calls for compensation are heard in many countries all over the world. Spokespersons on behalf of formerly oppressed and dominated groups call for compensation for the deeply traumatic injustices their members have suffered in the past. Sometimes these injustices were suffered decades ago by members already deceased. How valid are such claims to compensation and should they be honoured as a matter of justice? The focus of this essay is on these issues of compensatory justice. I want to look at (...) the issue from the perspective of the eradication of systematic poverty affecting particular groups—where injustices of the distant past can reliably be identified as one of the major contributory factors to people’s current poverty. In the paper I will examine the following issues: (1) What kind of injustices qualify to be remedied by means of compensatory justice? (2) Should there be a limit to how far back in history one should go to compensate for injustice? (3) How can an injustice from the distant past be reliably identified as a cause of current problems? (4) Who should be compensated? (5) Who is responsible for compensation? (6) What form should compensation take? (7) Is the concept of compensatory justice backward looking or forward looking? I will argue for a moral obligation to the effect that serious injustices, perpetrated long ago against a group of people and caused them to be poor, ought to be compensated by society in a variety of ways to the original victims (if still alive) and their descendants. (shrink)

This classic collection of essays, first published in 1968, represents H.L.A. Hart's landmark contribution to the philosophy of criminal responsibility and punishment. Unavailable for ten years, this new edition reproduces the original text, adding a new critical introduction by John Gardner, a leading contemporary criminal law theorist.

If humans may indeed legitimately intervene in conservation areas to let nature be and to protect the lives of all the diverse individual animals under their care, then the management of elephants must be legitimate as part of the conservation of natural world diversities. If this is so, to what extent are current management options ethically acceptable? In this article I address the ethics of the management options available once the judgement has been made that there are too many elephants (...) in a conservation area. I evaluate the ethical acceptability of four options, i.e., the simulation of nature, translocation, contraception, and culling. I furthermore ask whether the harsh blow of culling under very specific conditions can be softened by the taming and training of African elephants. I then examine the ethics of decision making about these issues. Before I do so, two issues must be discussed that decisively influence the management of elephants. The one is whether it is ethically justifiable to fence in elephants. The second is the ethical requirements of the scientific practice that informs management decisions. In the article I come to the conclusion that all four options are ethically flawed. All four require some violation of the important injunction to let nature be and to treat individual animals with respect. However, to do nothing and allow a loss of other species violates the important goal of conserving natural world diversity. (shrink)

This paper subjects Dan Brown’s most recent novel Origin to a philosophical reading. Origin is regarded as a literary window into contemporary technoscience, inviting us to explore its transformative momentum and disruptive impact, focusing on the cultural significance of artificial intelligence and computer science: on the way in which established world-views are challenged by the incessant wave of scientific discoveries made possible by super-computation. While initially focusing on the tension between science and religion, the novel’s attention gradually shifts to the (...) increased dependence of human beings on smart technologies and artificial intelligence. Origin’s message, I will argue, reverberates with Oswald Spengler’s The Decline of the West, which aims to outline a morphology of world civilizations. Although the novel starts with a series of oppositions, most notably between religion and science, the eventual tendency is towards convergence, synthesis and sublation, exemplified by Sagrada Família as a monumental symptom of this transition. Three instances of convergence will be highlighted, namely the convergence between science and religion, between humanity and technology and between the natural sciences and the humanities. (shrink)

Rawls champions the cause of the poor because of his strong moral sentiments about the eradication of poverty. I present these sentiments, which he converts into normative elements of his theory of justice. However, the conceptual framework and intellectual resources that he uses to articulate these sentiments are inadequate. His sentiments against poverty cannot be accommodated neatly, simply, and coherently in his liberal theoretical framework. Also, I point out that his definition of the identification of poor people as the least (...) advantaged members of society is not adequate. Therefore, his theory is refashioned so that it can properly account for the fundamental interests of poor people. An alternative conception is presented, revising Rawlsian liberalism to enable it to adequately champion the cause of the poor. I provide an alternative definition of poverty and apply Mill’s analysis of the relation between justice and utility to Rawls’ theory of justice. (shrink)

In this article I present an alternative philosophy of science based on ideas drawn from the study of complex adaptive systems. As a result of the spectacular expansion in scientific disciplines, the number of scientists and scientific institutions in the twentieth century, I believe science can be characterised as a complex system. I want to interpret the processes of science through which scientists themselves determine what counts as good science. This characterisation of science as a complex system can give an (...) answer to the question why the sciences are so successful in solving growing numbers of problems and correcting their own mistakes. I utilise components of complexity theory to explain and interpret science as a complex system. I first explain the concept of complexity in ordinary language. The explanation of science as a complex system starts with a definition of the basic rules that guide the behaviour of science as a complex system. Next, I show how various sciences result through the implementation of these rules in the study of a specific aspect of reality. The explanation of the growth of science through evolutionary adaptation and learning forms the core of the article. (shrink)

Culling seems to be a cruel method of human interference in the lives of elephants. The method of culling is generally used to control population numbers of highly developed mammals to protect vegetation and habitat for other less important species. Many people are against human interference in the lives of elephants. In this article aspects of this highly controversial issue are explored. Three fascinating characteristics of this ethical dilemma are discussed in the introductory part, and then the major arguments raised (...) against human interference in the lives of elephants are evaluated. These arguments are the following: First, that nature should be allowed to run its course and establish its own balance; nature will thus solve the problem of elephant overpopulation. The second argument raised by animal-rights activists as well as by animal-welfare groups either claim that animals have rights that humans must respect at all times, or that all sentient beings have interests that humans ought to respect, as those beings can experience pleasure or pain. The third argument often associates culling elephants as method for population control with the commercial use and exploitation of wilderness areas. Many people argue that it is unethical to use wildlife as a sustainable resource for fighting poverty. In conclusion it is stated that despite these arguments human intervention in the lives of elephants are ethically justified. (shrink)

Awareness of, and respect for differences of gender, race, religion, language, and culture have liberated many oppressed groups from the hegemony of white, Western males. However, respect for previously denigrated collective identities should not be allowed to confine individuals to identities constructed around one main component used for political mobilisation, or to identities that depend on a priority of properties that are not optional, like race, gender, and language. In this article I want to sketch an approach for accommodating different (...) kinds of identity within a multicultural constitutional democracy. From a vantage point provided by a definition and explanation of personal identity, I want to show how people define, construct and change their personal identities to make themselves into unique individuals. Next I show how democratic political institutions and the personal identities of individuals reciprocally influence one another. In the final section I sketch ways in which diverse personal identities ought to be accommodated in multicultural constitutional democracies. The conclusion is that a society which gives its members the liberty, space, and opportunity to freely construct their own identities might avoid the formation of closed groups committed exclusively to their own sectional interests. (shrink)

Can a man be a feminist? If so, what would it mean? I want to participate in a dialogue between women and men on how to accommodate women’s moral concerns. I propose that the fundamental values of justice embodied in the South African constitutional democracy require men to be feminist. These values provide the best safeguard of the important interests and values of both women and men. Men who accept these values can support the main concerns of feminism. The implications (...) of the argument in this article range from public issues to the most private aspects of marriage. (shrink)

According to advocates of internalism about reasons for action, there is an interesting connection between an agent’s reasons and the agent’s present desires. On the simplest version of this view, an agent has a reason to act a certain way at some time if and only if acting that way would promote his present desires. Let us call this the sub-Humean model.1 The sub-Humean model is widely regarded as too simple on the grounds that there are adverse conditions, such as (...) massive confusion, in which desires are irrationally possessed or acquired, thereby failing to provide reasons for action.2. (shrink)

The Centre for Society and Genomics (CSG) was established in 2004, funded by NGI (the Netherlands Genomics Initiative). Funding was continued in 2008. This report summarises the basic outcomes of almost a decade of interactive societal research, in close collaboration with the other centres of the NGI network. There are two reasons for presenting these results. First of all, at the end of this year, the CSG Next programme (2008-2013), encompassing more than 50 research projects conducted at 10 Dutch universities, (...) will be completed. Moreover, we are currently preparing ourselves for the years to come. The network of principal investigators, together with the research communities they represent and the societal and international networks they are involved in, have agreed to continue to work together, on the basis of mutual learning, transdisciplinary collaboration and collegial support. Notably, we offer our networks, experiences and expertise to help prepare the ground for promoting Responsible Research and Innovation (RRI) in the context of Horizon2020, together with our European colleagues. This report summarises what our type of research can achieve and how we want to continue our activities in the future. After a concise sketch of the life sciences landscape as it has evolved during the past seven decades or so, we explain how CSG came about and what kind of approach we have developed. Subsequently, we list our main results, notably in the form of project vignettes, so as to make the harvest of the CSG Next programme as tangible and concrete as possible. Finally, we explain how we see our role in the future. As is already indicated by the title: this is not merely a retrospective summary of our results (CSG harvest), but an invitation to readers (from academia, industry, policy and civil society) to reassemble and to optimally prepare ourselves for things to come, by strengthening and broadening our collaborative efforts, building on what we have achieved so far. (shrink)

This article makes the case that a more capacious understanding of the philosophy of naturalistic monism can place in a new light some of the chief intellectual, cultural, religious and political questions and conflicts in the period between the 1840s and 1940s, making this in many ways a “monist century.” It approaches this task from two directions. First, the article argues that monism represented a peculiar type of socially embodied knowledge that is little understood and yet which illuminates one of (...) the important ways in which religion, science, and philosophy coalesced in social and political movements in this period. It approaches this task through an analysis of two key terms in Ernst Haeckel’s epoch-making book "The Riddle of the Universe" (1899). Haeckel invoked the term “world riddles” to identify those points of conflict between dualistic and monist philosophical systems and to claim that the latter had solved this riddles through science. By contrast, this article identifies in the riddles the nodal points upon which the entire monist edifice was erected. Turning to the social embodiment of monism, I argue that rather than approaching monism as philosophy, religion, scientific paradigm or ideology, it is best understood as a novel formation of knowledge captured in the second key term “worldview.” Indeed, in many ways the German concept of Weltanschauung developed in tandem with and through the history of monism, so that monism offers a particularly rich avenue for exploring what made the monist century also an age of worldviews. (shrink)

This volume offers a collection of in-depth explorations of pragmatism as a framework for discussions in philosophy of science and metaphysics. Each chapter involves explicit reflection on what it means to be pragmatist, and how to use pragmatism as a guiding framework in addressing topics such as realism, unification, fundamentality, truth, laws, reduction, and more. -/- .

The Precautionary Principle (PP) is an influential principle of risk management. It has been widely introduced into environmental legislation, and it plays an important role in most international environmental agreements. Yet, there is little consensus on precisely how to understand and formulate the principle. In this paper I prove some impossibility results for two plausible formulations of the PP as a decision-rule. These results illustrate the difficulty in making the PP consistent with the acceptance of any trade-offs between catastrophic risks (...) and more ordinary goods. (shrink)

Con el fin de discutir las relaciones entre ética, política y educación, el presente artículo analiza la crisis del sistema educativo argentino a partir de una categoría ética: la responsabilidad. Más específicamente, se intenta delinear algunos de los retos a los que una educación para la res- ponsabilidad ciudadana se ve enfrentada en Argentina a comienzos del siglo XXI y en vista de los problemas éticos y políticos por las que atraviesa la educación tanto en el marco de un mundo (...) económicamente globalizado como en contextos de pobreza, exclusión e interculturali- dad, como lo es el latinoamericano. (shrink)

A moderately risk averse person may turn down a 50/50 gamble that either results in her winning $200 or losing $100. Such behaviour seems rational if, for instance, the pain of losing $100 is felt more strongly than the joy of winning $200. The aim of this paper is to examine an influential argument that some have interpreted as showing that such moderate risk aversion is irrational. After presenting an axiomatic argument that I take to be the strongest case for (...) the claim that moderate risk aversion is irrational, I show that it essentially depends on an assumption that those who think that risk aversion can be rational should be skeptical of. Hence, I conclude that risk aversion need not be irrational. (shrink)

Bartha and DesRoches (2021) and Steel and Bartha (2023) argue that we should understand the precautionary principle as the injunction to maximise lexical utilities. They show that the lexical utility model has important pragmatic advantages. Moreover, the model has the theoretical advantage of satisfying all axioms of expected utility theory except continuity. In this paper I raise a trilemma for any attempt at modelling the precautionary principle with lexical utilities: it permits choice cycles or leads to paralysis or implies that (...) the smallest value difference that is possible in a context has extreme axiological implications. (shrink)

Presence as ordinarily understood requires spatio-temporal proximity. If however Christ’s presence in the Eucharist is understood in this way it would take a miracle to secure multiple location and an additional miracle to cover it up so that the presence of Christ where the Eucharist was celebrated made no empirical difference. And, while multiple location is logically possible, such metaphysical miracles—miracles of distinction without difference, which have no empirical import—are problematic. I propose an account of Eucharist according to which Christ (...) is indeed really and objectively present in the religiously required sense, without benefit of metaphysical miracles. According to the proposed account, which draws upon Searle’s discussion of “social ontology” in The Construction of Social Reality and The Making of the Social World, the presence of Christ in the Eucharist is an institutional fact. I argue that such an account satisfies the requirements for a real presence doctrine. (shrink)

This book is a thesis submitted to the Faculty of Arts of the University of Utrecht. It was prepared under the supervision of Prof. Dr. H. Schultink. I would like to express my gratitude to him for his criticisms of earlier versions which led to many improvements, in particular with respect to the exposition of the argument. To my co-referent Dirk van Dalen, reader in the Department of Philo sophy (,Centrale Interfaculteit') of the University of Utrecht, I am greatly indebted (...) for his valuable and fruitful suggestions about problems relevant to both linguistics and logic. Several ideas developed in this study owe their present concrete form to our many discussions. This thesis originates in syntactic research into the Aspects carried out in 1967 under the supervision of Albert Kraak, professor at the University of Nijmegen, who ever since gave much attention to my work in progress. I am very grateful to him for his careful and stimulating criticism as well as for the continuous support he gave me during these years. The present study closely relates to the work of my colleague Wim Klooster with regard to both its theoretical framework and its subject matter. Our joint work on the measurement of duration in Dutch is an integral part of the argument. I have greatly profited from the numerous discussions we have had. (shrink)

Neoclassical economists use expected utility theory to explain, predict, and prescribe choices under risk, that is, choices where the decision-maker knows---or at least deems suitable to act as if she knew---the relevant probabilities. Expected utility theory has been subject to both empirical and conceptual criticism. This chapter reviews expected utility theory and the main criticism it has faced. It ends with a brief discussion of subjective expected utility theory, which is the theory neoclassical economists use to explain, predict, and prescribe (...) choices under uncertainty, that is, choices where the decision-maker cannot act on the basis of objective probabilities but must instead consult her own subjective probabilities. (shrink)

If I were asked to put forward an ethical principle which I considered to be especially certain, it would be that no one can be responsible, in the properly ethical sense, for the conduct of another. Responsibility belongs essentially to the individual. The implications of this principle are much more far-reaching than is evident at first, and reflection upon them may lead many to withdraw the assent which they might otherwise be very ready to accord to this view of responsibility. (...) But if the difficulties do appear to be insurmountable, and that, very certainly, does not seem to me to be the case, then the proper procedure will be, not to revert to the barbarous notion of collective or group responsibility, but to give up altogether the view that we are accountable in any distinctively moral sense. (shrink)

The doctrine that Christ is really present in the Eucharist appears to entail that Christ's body is not only multiply located but present in different ways at different locations. Moreover, the doctrine poses an even more difficult meta-question: what makes a theological explanation of the Eucharist a ‘real presence’ account? Aquinas's defence of transubstantiation, perhaps the paradigmatic account, invokes Aristotelian metaphysics and the machinery of Scholastic philosophy. My aim is not to produce a ‘rational reconstruction’ of his analysis but rather (...) to suggest a metaphysically innocent alternative that will ‘save the phenomena’ of religious belief and practice.Send article to KindleTo send this article to your Kindle, first ensure [email protected] is added to your Approved Personal Document E-mail List under your Personal Document Settings on the Manage Your Content and Devices page of your Amazon account. Then enter the ‘name’ part of your Kindle email address below. Find out more about sending to your Kindle. Find out more about sending to your Kindle. Note you can select to send to either the @free.kindle.com or @kindle.com variations. ‘@free.kindle.com’ emails are free but can only be sent to your device when it is connected to wi-fi. ‘@kindle.com’ emails can be delivered even when you are not connected to wi-fi, but note that service fees apply. Find out more about the Kindle Personal Document Service.The real presenceVolume 49, Issue 1H. E. BABER DOI: https://doi.org/10.1017/S0034412512000121Your Kindle email address Please provide your Kindle [email protected]@kindle.com Available formats PDF Please select a format to send. By using this service, you agree that you will only keep articles for personal use, and will not openly distribute them via Dropbox, Google Drive or other file sharing services. Please confirm that you accept the terms of use. Cancel Send ×Send article to Dropbox To send this article to your Dropbox account, please select one or more formats and confirm that you agree to abide by our usage policies. If this is the first time you use this feature, you will be asked to authorise Cambridge Core to connect with your account. Find out more about sending content to Dropbox. The real presenceVolume 49, Issue 1H. E. BABER DOI: https://doi.org/10.1017/S0034412512000121Available formats PDF Please select a format to send. By using this service, you agree that you will only keep articles for personal use, and will not openly distribute them via Dropbox, Google Drive or other file sharing services. Please confirm that you accept the terms of use. Cancel Send ×Send article to Google Drive To send this article to your Google Drive account, please select one or more formats and confirm that you agree to abide by our usage policies. If this is the first time you use this feature, you will be asked to authorise Cambridge Core to connect with your account. Find out more about sending content to Google Drive. The real presenceVolume 49, Issue 1H. E. BABER DOI: https://doi.org/10.1017/S0034412512000121Available formats PDF Please select a format to send. By using this service, you agree that you will only keep articles for personal use, and will not openly distribute them via Dropbox, Google Drive or other file sharing services. Please confirm that you accept the terms of use. Cancel Send ×Export citation Request permission. (shrink)

Rowe has recently argued that pure risk of harm cannot itself be a harm. I respond to Rowe and argue that given an appropriate understanding of objective probabilities, pure objective risk of harm can itself be a harm.

How do people decide what category an artifact belongs to? Previous studies have suggested that adults and, to some degree, children, categorize artifacts in accordance with the design stance, a categorization system which privileges the designer’s original intent in making categorization judgments. However, these studies have all been conducted in Western, technologically advanced societies, where artifacts are mass produced. In this study, we examined intuitions about artifact categorization among the Shuar, a hunter-horticulturalist society in the Amazon region of Ecuador. We (...) used a forced-choice method similar to previous studies, but unlike these studies, our scenarios involved artifacts that would be familiar to the Shuar. We also incorporated a community condition to examine the possible effect of community consensus on how artifacts are categorized. The same scenarios were presented to university student participants in the UK. Across populations and conditions, participants tended to categorize artifacts in terms of a creator’s intent as opposed to a differing current use. This lends support to the view that the design stance may be a universal feature of human cognition. However, we conclude with some thoughts on the limitations of the present method for studying artifact concepts. (shrink)

Argues that John of Salisbury's Institutio Traiani is a pseudo-classical forgery. 34: "In my opinion this framework within which John presents his opinions is a pseudo-classical invention of his own, and an invention which in its combination of clerical and classical features is characteristic of the author.".