Een vrije en veerkrachtige samenleving ontstaat niet vanzelf en blijft niet vanzelf bestaan. In dit themanummer verkennen we de publieke onderwijstaak van het hoger beroepsonderwijs om studenten te onderwijzen de gemeenschappelijke wereld én het publieke gesprek over die wereld centraal te stellen. Met dit themanummer willen wij iets tegenover het vigerende marktdenken zetten. We laten ons hierbij inspireren door het gedachtegoed van Hannah Arendt (1906–1975). Ze heeft uitgebreid geschreven over ‘het publieke’. Ze verbindt de inzet van wetenschappelijke kennis en technologie (...) met het politieke vraagstuk: willen we daadwerkelijk leven in de wereld die we aan het scheppen zijn? Arendts gedachtegoed biedt volop handvatten om op verschillende niveaus van het hoger beroepsonderwijs deze taak te doordenken en invulling te geven. (shrink)

-- Met voorwoord van Peter-Paul Verbeek -- Onze wereld wordt alsmaar digitaler. Informatie- en communicatietechnologie (ICT) heeft een ongekende invloed op ons dagelijks leven. We raken gewend aan omgevingen die op onze voorkeuren en zoekgeschiedenis zijn afgestemd, en verliezen daardoor de gemeenschappelijke wereld langzaam maar zeker uit het oog. De toename van ICT maakt het publieke gesprek steeds lastiger. De smartphone slokt de samenleving op. De publieke sfeer, van oudsher de vrijhaven voor democratisch overleg, staat onder druk. Filosoof Henriëtta (...) class='Hi'>Joosten zwengelt met dit boek het publieke gesprek aan over de wereld die we met de inzet van technologie aan het creëren zijn. Dit leidt tot een prikkelende visie vol handreikingen aan professionals, geïnspireerd door het gedachtegoed van de politieke denker Hannah Arendt. (shrink)

Today professionals have to deal with more uncertainties in their field than before. We live in complex and rapidly changing environments. The British philosopher Ronald Barnett adds the term ‘supercomplexity’ to highlight the fact that ‘we can no longer be sure how even to describe the world that faces us’ (Barnett, 2004). Uncertainty is, nevertheless, not a highly appreciated notion. An obvious response to uncertainty is to reduce it—or even better, to wipe it away. The assumption of this approach is (...) that uncertainty has no advantages. This assumption is, however, not correct as several contemporary authors have argued. Rather than problematising uncertainty, I will investigate the pros and cons of embedding uncertainty in educational practice of professional higher education. In order to thoroughly explore the probabilities and challenges that uncertainty poses in education, I will dwell on the radical ideas on uncertainty of the German philosopher Friedrich Nietzsche. In The Birth of Tragedy (1872) he recognises two forces: the Apollinian, that is the pursuit of order and coherence, and the Dionysian, that is the human tendency to nullify all systematisation and idealisation. Uncertainty is part of the Dionysian. I will argue that when educators take Nietzsche's plea to make room for the Dionysian to heart, they can better prepare students for an uncertain world. If, and only if, students are encouraged to deploy both tendencies—the Apollinian and the Dionysian—they can become professionals who are able to stand their ground in an uncertain and changing (professional) world. (shrink)

Wat zou er veranderen in de wijze waarop het onderwijs gewend is professionals op te leiden als docenten erkennen dat de toekomst onkenbaar en onzeker is? In plaats van de onzekerheid te problematiseren – onzekerheid is een probleem waarmee de professional heeft te dealen – vraag ik mij af of het ook mogelijk is om onzekerheid als een rijke bron van mogelijkheden te zien. Ik maak hierbij gebruik van het onderscheid dat de Duitse filosoof Friedrich Nietzsche maakt tussen het streven (...) naar orde en harmonie – het apollinische – en de kracht die de orde en harmonie juist teniet probeert te doen – het dionysische. Wanneer docenten in het beroepsonderwijs Nietzsches pleidooi om meer ruimte aan het dionysische te geven ter harte nemen en zelf bereid zijn om hun zekerheden op het spel te zetten, kunnen zij de professionals-in-wording beter voorbereiden op een onzekere (beroeps)wereld. Ze kunnen hen leren dat onzekerheid juist mogelijkheden biedt om tot nieuwe vormen van handelen en denken te komen. (shrink)

Hogescholen zijn dienstbaar aan de samenleving, zo valt te lezen in de strategische onderwijsagenda van het hoger beroepsonderwijs. Maar wat houdt deze publieke functie precies in? Het gedachtegoed van politiek denker Hannah Arendt biedt docenten en beleidsmakers ten minste drie handelingsperspectieven. De auteur illustreert deze drie perspectieven met voorbeelden uit de onderwijspraktijk.

What comes after postmodernism and how will this affect educational theory and, I would add, educational practices? I will take up these challenging questions by interpreting present times as a period of transformation towards a new kind of awareness. Nietzsche—for some the father of postmodernity, for me a visionary thinker who ‘presenced’ what was coming—has already explored this transformation.

Financiële technologische ontwikkeling, de zogeheten fintech, is hot en happening. De ontwikkelingen gaan snel maar leiden geregeld tot moreel kwetsbare praktijken. Een geautomatiseerd systeem de schuld geven van economische uitbuiting, uitsluiting en privacyschending is onzinnig. De auteurs gaan in op de vraag wat de rol van financiële ethiek (nog) is als de besluitvorming en gedragssturing bij en in het ontwerp van allerlei systemen (grotendeels) vooraf bepaald wordt. -/- Dit artikel is relevant voor financieel professionals die fintech vormgeven en/of gebruiken. Helaas (...) zijn er geen kant-en-klare oplossingen om moraliteit te programmeren. De auteurs roepen lezers daarom op om bij het managen van de nieuwe innovatiegolf te blijven streven naar vormen van goed bestuur en best practices. (shrink)

In dit artikel delen wij onze ervaringen met het ontwikkelen van de onderwijsmodule: we_mind. Binnen deze module gaan minor- en masterstudenten aan de slag met een innovatievraagstuk uit de eigen beroepspraktijk. Hierbij gaan studenten met medeburgers een publieke dialoog aan over de gevolgen van deze innovatie voor de samenleving. De beschreven ervaringen in dit artikel zijn gebaseerd op een pilot met masterstudenten, een zelfevaluatie en de doorontwikkeling van het moduleontwerp. Met dit artikel nodigen we docenten, onderwijsontwikkelaars, bestuurders, opleidingsverantwoordelijken en beleidsmedewerkers (...) uit om niet alleen maar te ‘werken, werken, werken’. Door onze ervaringen te delen en de lezer mee te nemen in het gedachtegoed van Hannah Arendt hopen we hen te inspireren om met elkaar het gesprek aan te gaan over de volgende vragen: Wat maakt een goede publieke professional? Wat is er nodig om deze op te leiden en hoe uit zich dat in onze opleidingen? (shrink)

ABSTRACT Offsetting is a very ineffective way to do good. Offsetting your lifetime emissions may increase aggregated life expectancy by at most seven years, while giving the amount it costs to offset your lifetime emissions to a malaria charity saves in expectation the life of at least one child. Is there any moral reason to offset rather than giving to some charity that does good so much more effectively? There might be such a reason if your offsetting compensated or somehow (...) benefitted the victims of your emission, since that could mean that you would satisfy the duty not to harm others by emitting and offsetting. But that is typically not true. If your emission harms some person and your offsetting benefits some person, then these are most likely different people. Hence, I conclude, we have a stronger reason to give to effective charities than we have to offset our emissions. (shrink)

Both Philip and Andrew are philosophy students whose interests converge around the philosophy of technology broadly understood. Philip's interest is specifically aimed toward the ethics of Transhumanism and depictions of Transhumanism in works of fiction. On the other hand, Andrew finds himself more focused on religious behavior in the technological world. While the two perspectives might not seem that close, there is certain to be an overlap in Andrew and Philip's shared understanding of how technological phenomena play a crucial role (...) concerning religion and society. (shrink)

Signing Ceremony of MOU on Professional Legal Diploma, Government of Dubai 2020.

This classic collection of essays, first published in 1968, represents H.L.A. Hart's landmark contribution to the philosophy of criminal responsibility and punishment. Unavailable for ten years, this new edition reproduces the original text, adding a new critical introduction by John Gardner, a leading contemporary criminal law theorist.

Many philosophers think that we should use a lottery to decide who gets a good to which two persons have an equal claim but which only one person can get. Some philosophers think that we should save identified persons from harm even at the expense of saving a somewhat greater number of statistical persons from the same harm. I defend a principled way of justifying both judgements, namely, by appealing to the decreasing marginal moral value of survival chances. I identify (...) four desiderata that, I contend, any such justification should satisfy, and explain how my account meets these desiderata, unlike some previous accounts. (shrink)

The veil of ignorance argument was used by John C. Harsanyi to defend Utilitarianism and by John Rawls to defend the absolute priority of the worst off. In a recent paper, Lara Buchak revives the veil of ignorance argument, and uses it to defend an intermediate position between Harsanyi's and Rawls' that she calls Relative Prioritarianism. None of these authors explore the implications of allowing that agent's behind the veil are averse to ambiguity. Allowing for aversion to ambiguity---which is both (...) the most commonly observed and a seemingly reasonable attitude to ambiguity---however supports a version of Egalitarianism, whose logical form is quite different from the theories defended by the aforementioned authors. Moreover, it turns out that the veil of ignorance argument neither supports standard Utilitarianism nor Prioritarianism unless we assume that rational people are insensitive to ambiguity. (shrink)

I defend a weak version of the Pigou-Dalton principle for chances. The principle says that it is better to increase the survival chance of a person who is more likely to die rather than a person who is less likely to die, assuming that the two people do not differ in any other morally relevant respect. The principle justifies plausible moral judgements that standard ex post views, such as prioritarianism and rank-dependent egalitarianism, cannot accommodate. However, the principle can be justified (...) by the same reasoning that has recently been used to defend the core axiom of ex post prioritarianism and egalitarianism, namely, Pigou-Dalton for well-being. The arguably biggest challenge for proponents of Pigou-Dalton for chances is that it violates State Dominance for social prospects. However, I argue that we have independent reason for rejecting State Dominance for social prospects, since it prevents a social planner from properly respecting people's preferences. (shrink)

The relationship between “Towards a Critique of Violence” (1921) and the work of Franz Kafka has been well established by several critical studies devoted to Walter Benjamin. However, it is striking that Benjamin himself, already well acquainted with the work of the Czech writer in 1921, never made any comment to Kafka’s work in this essay, and, more broadly, in any of the related texts that make up the project on the ‘Critique of Violence’. In this article, we analyze a (...) set of notions (Entstellung, Entsühnung, Zurechstellen) that allow us to establish a mediated relationship between this essay and the articles and letters that Benjamin devoted to Kafka in the 1930s. This relationship takes us back to the only piece in which Benjamin carries out an autonomous treatment of the “category of justice” (1916) in which he identifies -as it will happen eighteen years later, in the essay on Kafka (1934)- the locus of justice in the “non-violence”, thus untying the knot that binds in a perhaps indiscernible way in the Jewish tradition the notions of “messianism” and “violence”. (shrink)

Catastrophic risk raises questions that are not only of practical importance, but also of great philosophical interest, such as how to define catastrophe and what distinguishes catastrophic outcomes from non-catastrophic ones. Catastrophic risk also raises questions about how to rationally respond to such risks. How to rationally respond arguably partly depends on the severity of the uncertainty, for instance, whether quantitative probabilistic information is available, or whether only comparative likelihood information is available, or neither type of information. Finally, catastrophic risk (...) raises important ethical questions about what to do when catastrophe avoidance conflicts with equity promotion. (shrink)

In this field questions arise which are certainly difficult; but as I listened last time to members of the group, I felt that the main difficulty perhaps lay in determining precisely what questions we are trying to answer. I have the conviction that if we could only say clearly what the questions are, the answers to them might not appear so elusive. So I have begun with a simple list of questions about discretion which in one form or another were, (...) as it seemed to me, expressed by the group last time. I may indeed have omitted something and inserted something useless: if so, no doubt I shall be informed of this later. The central questions then seem to me to be the following: 1. What is discretion, or what is the exercise of discretion? 2. Under what conditions and why do we in fact accept or tolerate discretion in a legal system? 3. Must we accept discretion or tolerate discretion, and if so, why? 4. What values does the use of discretion menace, and what values does it maintain or promote? 5. What can be done to maximize the beneficial operation of the use of discretion and to minimize any harm that it does? (shrink)

This volume offers a collection of in-depth explorations of pragmatism as a framework for discussions in philosophy of science and metaphysics. Each chapter involves explicit reflection on what it means to be pragmatist, and how to use pragmatism as a guiding framework in addressing topics such as realism, unification, fundamentality, truth, laws, reduction, and more. -/- .

Hồ Mạnh Tùng và Hồ Mạnh Toàn đều là các nhà nghiên cứu trẻ trong lĩnh vực khoa học xã hội ở độ tuổi dưới 30. Mặc dù mới tham gia nghiên cứu khoa học chưa lâu, nhưng 2 anh em nhà họ Hồ đã có thành tích khoa học ấn tượng.

Neoclassical economists use expected utility theory to explain, predict, and prescribe choices under risk, that is, choices where the decision-maker knows---or at least deems suitable to act as if she knew---the relevant probabilities. Expected utility theory has been subject to both empirical and conceptual criticism. This chapter reviews expected utility theory and the main criticism it has faced. It ends with a brief discussion of subjective expected utility theory, which is the theory neoclassical economists use to explain, predict, and prescribe (...) choices under uncertainty, that is, choices where the decision-maker cannot act on the basis of objective probabilities but must instead consult her own subjective probabilities. (shrink)

Dr Peter Sjöstedt-H reviews Dr Andrew R. Gallimore's book, Alien Information Theory. -/- This was published on PsyPressUK on 13 June 2019.

This essay seeks to examine D’Arcy’s notion of sound militancy to discern whether this term can be fruitfully applied to establishing rioting (riots) as a democratic form of resistance to injustice or negligence. The first part of the essay provides an account of Frazer and Hutchings’ critique of political violence, a critique that perceives violence (used in politics or for political aims) as never being justifiable. In opposition to this position, the second part of the essay posits, through both theoretical (...) (Marcuse, Celikates) and practical (Soei, Sutterlüty) references, the case for an understanding of political violence (riots) as justifiable or defensible in certain circumstances – those that adhere to D’Arcy’s concept of sound militancy and seek to address a particular and present grievance. In conclusion, the essay suggests that (Hegelian) recognition provides an account of why marginalizing seems so pervasive in contemporary Western societies. (shrink)

With the coronavirus pandemic and the Omicron variant once again forcing countries into lockdown, this essay seeks to outline a Foucauldian critique of various legal measures taken by the Danish government to cope with COVID-19 during the first year and a half of the pandemic. The essay takes a critical look at the extra-legal measures employed by the Danish government, as the Danish politicians attempted to halt the spread of the, now almost forgotten, Cluster 5 COVID-19 variant. This situation will (...) serve as a critical point from where to start using Foucault’s writings on life and biopolitics in order to expose various legally problematic governmental decisions that became visible during the handling of COVID-19 in general and the Cluster 5 mutation in particular. Reframing the pandemic within Foucault’s concept of biopolitics, this essay concludes that the state of exception has led to an increase in biopolitical logic, where some lives have come to matter more than others. As a critical counterpoint to this logic, the conclusion suggests that the notion of biocommunism could provide a suitable reconfiguration of communism. A reconfiguration that could mitigate some of the issues related to biopolitics is uncovered earlier in the essay. (shrink)

Lately, there has been a lot of talk about the Ghettos, about wayward youths and Instagram rappers that glorify violence. In this piece, a Warsaw-based philosopher contributes to this discussion by examining the music of the ghetto and the culture of riots. Not in opposition to how bourgeois society usually frames such acts of discontent but rather as a reasonable democratic right that minorities are entitled to.

I argue, first, that the deprived individuals whose predicaments Nussbaum cites as examples of "adaptive preference" do not in fact prefer the conditions of their lives to what we should regard as more desirable alternatives, indeed that we believe they are badly off precisely because they are not living the lives they would prefer to live if they had other options and were aware of them. Secondly, I argue that even where individuals in deprived circumstances acquire tastes for conditions that (...) we regard as bad, they are typically better off having their acquired preferences satisfied. If they are badly off it is because they cannot get what we and they, would regard as more desirable alternatives. Preference utilitarianism explains why individuals in such circumstances are badly off whether they have adapted to their deprived circumstances or not. Even if they prefer the conditions of their lives to all other available alternatives, most would prefer alternatives that are not available to them which would, on the preferentist account, make them better off. And that, on the preferentist account, is the basis for a radical critique of unjust institutions that limit people's options and prevent them from getting what they want. (shrink)

We present an epistemological schema of natural sciences inspired by Peirce's pragmaticist view, stressing the role of the \emph{phenomenological map}, that connects reality and our ideas about it. The schema has a recognisable mathematical/logical structure which allows to explore some of its consequences. We show that seemingly independent principles as the requirement of reproducibility of experiments and the Principle of Sufficient Reason are both implied by the schema, as well as Popper's concept of falsifiability. We show that the schema has (...) some power in demarcating science by first comparing with an alternative schema advanced during the first part of the 20th century which has its roots in Hertz and has been developed by Einstein and Popper. Further, the identified differences allow us to focus in the construction of Special Relativity, showing that it uses an intuited concept of velocity that does not satisfy the requirements of reality in Peirce. While the main mathematical observation connected with this issue has been known for more than a century, it has not been investigated from an epistemological point of view. A probable reason could be that the socially dominating epistemology in physics does not encourage such line of work. We briefly discuss the relation of the abduction process presented in this work with discussions regarding ``abduction'' in the literature and its relation with ``analogy''. (shrink)

This book is a translation of W.V. Quine's Kant Lectures, given as a series at Stanford University in 1980. It provide a short and useful summary of Quine's philosophy. There are four lectures altogether: I. Prolegomena: Mind and its Place in Nature; II. Endolegomena: From Ostension to Quantification; III. Endolegomena loipa: The forked animal; and IV. Epilegomena: What's It all About? The Kant Lectures have been published to date only in Italian and German translation. The present book is filled out (...) with the translator's critical Introduction, "The esoteric Quine?" a bibliography based on Quine's sources, and an Index for the volume. (shrink)

I anledning af Judith Butlers forelæsning om klimasorg på KU er jeg blevet bedt om at besvare spørgsmålet om, hvad man kan bruge Butlers tænkning til i dag og om den stadig er aktuel. Min første tanke var at besvare spørgsmålet med svaret: Man kan bruge Butlers tænkning til ALT! Men for at fokusere mit svar, har jeg besluttet mig for at gennemgå Butlers tænkning i forhold til spørgsmålet om prekære liv og vold og ikke-vold, og hvordan disse emner udspringer (...) af Butlers tænkning om køn i 1990’erne. /// In connection with Judith Butler's lecture on climate grief at KU, I have been asked to answer the question of how Butler's thinking could be used today and whether it is still relevant. My first thought was to answer the question with the answer: You can use Butler's thinking for EVERYTHING! However, to focus my answer, I have decided to review Butler's thinking in relation to the issues of precarious lives and violence and non-violence and how these issues stem from Butler's thinking on gender in the 1990s. (shrink)

According to the orthodox treatment of risk preferences in decision theory, they are to be explained in terms of the agent's desires about concrete outcomes. The orthodoxy has been criticised both for conflating two types of attitudes and for committing agents to attitudes that do not seem rationally required. To avoid these problems, it has been suggested that an agent's attitudes to risk should be captured by a risk function that is independent of her utility and probability functions. The main (...) problem with that approach is that it suggests that attitudes to risk are wholly distinct from people's (non-instrumental) desires. To overcome this problem, we develop a framework where an agent's utility function is defined over chance propositions (i.e., propositions describing objective probability distributions) as well as ordinary (non-chance) ones, and argue that one should explain different risk attitudes in terms of different forms of the utility function over such propositions. (shrink)

This book examines the legal and moral theory behind the law of evidence and proof, arguing that only by exploring the nature of responsibility in fact-finding can the role and purpose of much of the law be fully understood. Ho argues that the court must not only find the truth to do justice, it must do justice in finding the truth.

This letter attempts to put some preliminary thoughts on the COVID-19 pandemic in relation to Foucault's writings on Biopower, critique of Capitalism, and global wealth injustice. The Letter concludes that schemes, such as COVAX, which are meant to overcome global wealth inequalities, serve better as visible symptoms of these inequalities.

It has recently been argued that indeterminacy and indeterminism make most ordinary counterfactuals false. I argue that a plausible way to avoid such counterfactual skepticism is to postulate the existence of primitive modal facts that serve as truth-makers for counterfactual claims. Moreover, I defend a new theory of ‘might’ counterfactuals, and develop assertability and knowledge criteria to suit such unobservable ‘counterfacts’.

Those who are risk averse with respect to money, and thus turn down some gambles with positive monetary expectations, are nevertheless often willing to accept bundles involving multiple such gambles. Therefore, it might seem that such people should become more willing to accept a risky but favourable gamble if they put it in context with the collection of gambles that they predict they will be faced with in the future. However, it turns out that when a risk averse person adopts (...) the long-term perspective, she faces a decision-problem that can be analysed as a noncooperative game between different “time-slices” of herself, where it is in the interest of each time-slice (given its prediction about other slices) to turn down the gamble with which it is faced. Hence, even if a risk averse but rational person manages to take the long-term perspective, she will, in the absence of what Hardin called “mutual coercion”, end up in a situation analogous to the “tragedy of the commons”. (shrink)

Friedrich Engels’ dialectical assessment of modern science resulted from his fascination with the natural sciences in combination with his resurging interest in the work of “old Hegel.” Engels became especially interested in what he saw as the molecular essence of life, namely proteins or, more specifically, albumin, seeing life as the mode of existence of these enigmatic substances. Hegelian dialectics is crucial for a dialectical materialist understanding of contemporary technoscience. The dialectical materialist understanding of technoscience as a research practice builds (...) on Engels, but also on later authors who were inspired by his writings, e.g., life scientists such as Haldane and Bernal. Considering the criticism raised against Engels’ dialectics by 20th-century Marxists, a dialectical diagnostic of contemporary technoscience can be achieved, which shifts the focus from artificial albumin as “living matter” to contemporary research on synthetic cells. (shrink)

The Centre for Society and Genomics (CSG) was established in 2004, funded by NGI (the Netherlands Genomics Initiative). Funding was continued in 2008. This report summarises the basic outcomes of almost a decade of interactive societal research, in close collaboration with the other centres of the NGI network. There are two reasons for presenting these results. First of all, at the end of this year, the CSG Next programme (2008-2013), encompassing more than 50 research projects conducted at 10 Dutch universities, (...) will be completed. Moreover, we are currently preparing ourselves for the years to come. The network of principal investigators, together with the research communities they represent and the societal and international networks they are involved in, have agreed to continue to work together, on the basis of mutual learning, transdisciplinary collaboration and collegial support. Notably, we offer our networks, experiences and expertise to help prepare the ground for promoting Responsible Research and Innovation (RRI) in the context of Horizon2020, together with our European colleagues. This report summarises what our type of research can achieve and how we want to continue our activities in the future. After a concise sketch of the life sciences landscape as it has evolved during the past seven decades or so, we explain how CSG came about and what kind of approach we have developed. Subsequently, we list our main results, notably in the form of project vignettes, so as to make the harvest of the CSG Next programme as tangible and concrete as possible. Finally, we explain how we see our role in the future. As is already indicated by the title: this is not merely a retrospective summary of our results (CSG harvest), but an invitation to readers (from academia, industry, policy and civil society) to reassemble and to optimally prepare ourselves for things to come, by strengthening and broadening our collaborative efforts, building on what we have achieved so far. (shrink)

Jordan agreed to extensive liberalization undertakings under the General Agreement on Trade in Services (“GATS”) that would open some sectors that were previously closed or restricted to foreign suppliers and investors. It undertook horizontal commitments in cross-border movement of individuals and commercial presence covering all types of services.

There are many advantages and disadvantages to central locations. These have shown themselves in the long course of European history. In times of peace, there are important economic and cultural advantages (to illustrate: the present area of the Czech Republic was the richest country in Europe between the two World Wars). There are cross-currents of trade and culture in central Europe of great advantage. For, cultural cross-currents represent a potential benefit in comprehension and cultural growth. But under threat of large-scale (...) conflict, these locations have proved extremely dangerous. Historically, Germany and Austria may be regarded as having had two chief models of their relationships to Europe. In the Holy Roman Empire, Germany was at the center of an aspiring “universalistic” European cosmopolitanism. (In some ways similar to the present situation of the European Union.) Austria maintained a great multi¬cultural empire, until it was destroyed in the First Word War. Generally, middle-European powers have promoted the integration of European diversity, when peace and stability have been plausible objectives. But when European diversity has declined toward ethnic or national conflict, Germany has drawn away from Europe and into itself, seeking inner unity and distinctness to protect it against possible combinations of enemies. This is true of central Europe generally, in degree, but interest often centers on Germany. Generally, central Europe is a cultural pressure cooker. (shrink)

This essay rethinks the concept of biocommunism by rearticulating it via a sensitivity towards individual suffering rather than the human species as a whole. The essay is divided into three parts. The first part outlines Marx’s concept of alienation because of the central role that the fourth kind of alienation plays in Dyer-Witheford’s original conception of biocommunism. The second part briefly elaborates on the discussion of species in the Kyoto School. These two parts lead to the third part, where a (...) novel interpretation of biocommunism is outlined, focusing on individual suffering rather than the human species. (shrink)

Rowe has recently argued that pure risk of harm cannot itself be a harm. I respond to Rowe and argue that given an appropriate understanding of objective probabilities, pure objective risk of harm can itself be a harm.

The Bayesian maxim for rational learning could be described as conservative change from one probabilistic belief or credence function to another in response to newinformation. Roughly: ‘Hold fixed any credences that are not directly affected by the learning experience.’ This is precisely articulated for the case when we learn that some proposition that we had previously entertained is indeed true (the rule of conditionalisation). But can this conservative-change maxim be extended to revising one’s credences in response to entertaining propositions or (...) concepts of which one was previously unaware? The economists Karni and Vierø (2013, 2015) make a proposal in this spirit. Philosophers have adopted effectively the same rule: revision in response to growing awareness should not affect the relative probabilities of propositions in one’s ‘old’ epistemic state. The rule is compelling, but only under the assumptions that its advocates introduce. It is not a general requirement of rationality, or so we argue. We provide informal counterexamples. And we show that, when awareness grows, the boundary between one’s ‘old’ and ‘new’ epistemic commitments is blurred. Accordingly, there is no general notion of conservative change in this setting. (shrink)

This article aims to read feminist new materialisms (Barad), together with ‘postulated’ linguistic or cultural primacy of Queer Theory (Butler), to show how both are engaged in similar critical-ethical endeavours. The central argument is that the criticism of Barad and new materialisms misses Butler’s materialistic insights due to a narrow interpretation of Butler's alleged social-constructivist position. There is, therefore, a specific focus on where they both make similar ethical appeals. Moreover, the article relies on Adorno's negative dialectic to highlight an (...) interpretation of Barad and Butler as being part of the same dialectical movement, in which materialism and idealism fluctuate in their mutual criticisms, thus continuing the procession towards 'new knowledge' and emancipation, or freedom, through their motions back and forth. (shrink)

A social planner who evaluates risky public policies in light of the other risks with which their society will be faced should judge favourably some such policies even though they would deem them too risky when considered in isolation. I suggest that a longtermist would—or at least should—evaluate risky polices in light of their prediction about future risks; hence, longtermism supports social risk-taking. I consider two formal versions of this argument, discuss the conditions needed for the argument to be valid, (...) and briefly compare these conditions to some risky policy options with which actual public decision-makers are faced. (shrink)

This paper examines the metaphysically modest view that attributionsof normative reasons can be made true in the absence of a responseindependent normative reality. The paper despairs in finding asatisfactory account of normative reasons in metaphysically modestterms.

If I were asked to put forward an ethical principle which I considered to be especially certain, it would be that no one can be responsible, in the properly ethical sense, for the conduct of another. Responsibility belongs essentially to the individual. The implications of this principle are much more far-reaching than is evident at first, and reflection upon them may lead many to withdraw the assent which they might otherwise be very ready to accord to this view of responsibility. (...) But if the difficulties do appear to be insurmountable, and that, very certainly, does not seem to me to be the case, then the proper procedure will be, not to revert to the barbarous notion of collective or group responsibility, but to give up altogether the view that we are accountable in any distinctively moral sense. (shrink)

Suppose that a decision-maker's aim, under certainty, is to maximise some continuous value, such as lifetime income or continuous social welfare. Can such a decision-maker rationally satisfy what has been called "continuity for easy cases" while at the same time satisfying what seems to be a widespread intuition against the full-blown continuity axiom of expected utility theory? In this note I argue that the answer is "no": given transitivity and a weak trade-off principle, continuity for easy cases violates the anti-continuity (...) intuition. I end the note by exploring an even weaker continuity condition that is consistent with the aforementioned intuition. (shrink)

The ecosystem services argument is a highly publicised instrumental argument for protecting biodiversity. I develop a new objection to this argument based on the lack of a causal connection from global species losses to local ecosystem changes. I survey some alternative formulations of services arguments, including ones incorporating option value or a precautionary principle, and show that they do not fare much better than the standard version. I conclude that environmental thinkers should rely less on ecosystem services as a means (...) to defend biodiversity, and that attention should be focused on additional types of value which might be attributed to global biodiversity. (shrink)

Philosophy of science is expanding via the introduction of new digital data and tools for their analysis. The data comprise digitized published books and journal articles, as well as heretofore unpublished material such as images, archival text, notebooks, meeting notes, and programs. The growth in available data is matched by the extensive development of automated analysis tools. The variety of data sources and tools can be overwhelming. In this article, we survey the state of digital work in the philosophy of (...) science, showing what kinds of questions can be answered and how one can go about answering them. (shrink)

This essay seeks to engage critically with the transhumanist goal of achieving the technological possibility of transferring consciousness into a computer. The general aim of the critical impulse of this essay is to interpret the various techno-optimistic attempts at transcending the bodily condition of life as being a kind of modern-day necromancy. By alluding to the magical or ritual notion of necromancy, this essay will show how the rationale behind Transhumanism and mind-transfer are premised on a desire to overcome life (...) itself by becoming immortal. Necromancy, whereby a sorcerer or practitioner suspends the dialectics of life and death, elevates the human to an inhuman position by attacking the very foundation of life itself – reviving the dead. This essay will juxtapose Transhumanism with necromancy by interpreting the goal to develop mind-transferring technologies in relation to texts that describe various technological means for practicing the art of necromancy or dark magic. By reinterpreting Transhumanism in this manner, this essay will show how the ritualistic, magical, or mythical foundations, that humanity had earlier called upon to overcome the fragility of their bodies have survived in the premises that underlining the modern-day endeavors to overcome the body via technological means. (shrink)